ATEX- en IECEx-markeringen uitgelegd 📰

14 juli 2020

Om aan de ATEX/IECEx-voorschriften te voldoen, moeten alle apparaten en beveiligingssystemen die in gevaarlijke omgevingen worden gebruikt, leesbaar en onuitwisbaar gemarkeerd zijn met een specifieke reeks letters/cijfers. Samen specificeren deze letters/cijfers de precieze criteria waaraan een product in verband met die ATEX/IECEx-voorschriften voldoet, en bepalen zo in welk soort omgevingen het veilig kan worden gebruikt.

 

LCM Systems Certificaat Markeringen

 

ATEX-markeringen

 

Tabel 1 - Apparatengroepen

Er zijn twee groepen apparatuur - groep I, die betrekking heeft op mijnen en zeer restrictief is vanwege het zeer vluchtige methaangas en stof dat aanwezig is, en groep II, die betrekking heeft op alle andere bovengrondse industrieën.

ATEX-markeringen 2

 

Tabel 2 - ATEX-categorieën

Er zijn drie soorten gebiedscategorieën: categorie 1 vereist een zeer hoog beschermingsniveau en wordt omschreven als een gebied met een permanent of langdurig risico van explosies (zone 0), categorie 2 vereist een hoog beschermingsniveau en heeft een frequente kans op de aanwezigheid van een explosief mengsel in de lucht (zone 1), en categorie 3 vereist een normaal beschermingsniveau met een kleine kans op de vorming van een explosief mengsel (zone 2).

ATEX-markeringen 3

 

Tabel 3 - Beschermingsconcepten

Beschermingsconcepten hebben betrekking op de middelen om ervoor te zorgen dat een apparaat dat in een gevaarlijke omgeving wordt gebruikt, geen explosie veroorzaakt. Er zijn vier basismethoden die worden toegepast om ongecontroleerde ontstekingen te voorkomen - uitsluiting van de brandbare stof, voorkoming van vonken van onderdelen of hete oppervlakken, blussen van explosies en beperking van de energie. Om dit te bereiken worden de hieronder genoemde beschermingsconcepten afzonderlijk of in combinatie op een product toegepast.

ATEX-markeringen 4

ATEX-markeringen 5

 

Tabel 4 - Gas-subgroepen

De ATEX-norm kent ook een classificatie voor explosieve gassen en stof, waarbij groep I betrekking heeft op methaangassen en kolenstof (mijnbouw), terwijl gassen van groep IIA tot IIC en stof van groep IIIA en IIIC (bovengrondse industrieën) zijn ingedeeld op grond van hun verschillend ontstekingsvermogen, waarbij IIA/IIIA het minst gevaarlijk zijn en de hoogste ontstekingstemperatuur hebben en IIC/IIIC het gevaarlijkst zijn met de laagste ontstekingstemperatuur.

ATEX-markeringen 6

 

Tabel 5 - Temperatuurclassificatie

Verschillende stoffen kunnen bij verschillende temperaturen ontbranden. Hoe lager de verbrandingstemperatuur is, hoe gevaarlijker de stof is. Daarom wordt elk apparaat dat in een explosieve omgeving wordt gebruikt, ingedeeld op basis van de maximale oppervlaktetemperatuur die het genereert. De maximale oppervlaktetemperatuur van het apparaat moet altijd ruim onder de ontstekingstemperatuur van de aanwezige gassen liggen.

ATEX-markeringen 8

 

Tabel 6 - Beschermingsniveaus tegen indringing

Dit classificatiesysteem (of IP-code) wordt gedefinieerd door de letters IP gevolgd door twee "kenmerkende" cijfers. Het eerste getal geeft de mate van bescherming tegen vaste vreemde voorwerpen aan en het tweede getal de bescherming tegen vloeistoffen.

ATEX-markeringen 9

 

Om een kopie van deze informatie in pdf-formaat te downloaden, klik hier.