Gevaarlijke zone (ATEX) Algemene informatie 📰

17 februari 2023

Achtergrond

Explosieve atmosferen kunnen worden veroorzaakt door ontvlambare gassen, nevels of dampen of door brandbaar stof. Als er genoeg van de stof is vermengd met lucht, dan is er alleen een ontstekingsbron nodig om een explosie te veroorzaken.

Explosies kunnen levens kosten, ernstige verwondingen veroorzaken en aanzienlijke schade aanrichten. Het voorkomen van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen die een explosieve atmosfeer kunnen veroorzaken en het voorkomen van ontstekingsbronnen zijn twee veel gebruikte manieren om het risico te verminderen. Het gebruik van de juiste apparatuur kan hierbij een grote hulp zijn.

Wat is een explosieve atmosfeer?

Een explosieve atmosfeer wordt gedefinieerd als een mengsel van gevaarlijke stoffen in de lucht in de vorm van gassen, dampen, nevel of stof, dat onder bepaalde omstandigheden van temperatuur en druk het vermogen heeft vlam te vatten en te exploderen.

Waar zijn explosieve atmosferen te vinden?

Op veel werkplekken kan een explosieve of potentieel explosieve atmosfeer voorkomen of kunnen activiteiten plaatsvinden die een dergelijke atmosfeer veroorzaken. Voorbeelden hiervan zijn plaatsen waar werkzaamheden ontvlambare gassen of dampen produceren of doen vrijkomen, zoals bij het spuiten van verf in voertuigen, of op werkplekken waar met fijn organisch stof wordt gewerkt, zoals graan, meel of hout.

Wat is ATEX?

ATEX(ATmospheres EXplosiblesin het Frans) is de naam die gewoonlijk wordt gegeven aan de twee Europese richtlijnen voor de beheersing van explosieve atmosferen:

1) Richtlijn 1999/92/EG (ook bekend als "ATEX 153" of de "ATEX-werkplekrichtlijn") betreffende minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en van de veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen. 

2) Richtlijn 2014/34/EU (ook bekend als "ATEX 114" of "de ATEX-apparatuurrichtlijn") inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen. 

De internationale normen IEC 60079 en IEC61241 (IECEx), die geharmoniseerd zijn met de EN Europese richtlijnen, zijn de belangrijkste normen voor gevaarlijke zones die in de rest van de wereld, buiten Europa, worden erkend.

Indeling van gebieden waar zich een explosieve atmosfeer kan voordoen

Werkgevers moeten gebieden waar een gevaarlijke explosieve atmosfeer kan voorkomen, indelen in zones. De indeling van een bepaalde zone en de grootte en plaats ervan zijn afhankelijk van de waarschijnlijkheid dat zich een explosieve atmosfeer voordoet en van de vraag hoe lang die explosieve atmosfeer aanhoudt als dat toch het geval is.

Gebiedsindeling

Gevaarlijk gebied

 

Gevaarlijk gebied 1

 

Mogelijke gevaren in potentieel explosieve atmosferen

Bij het gebruik van apparatuur in een gevaarlijke omgeving moeten stappen worden ondernomen om ervoor te zorgen dat alle gebruikte Producten bestand zijn tegen elk type gevaar. Deze omvatten het volgende:

  • Ontstekingsbronnen - potentiële ontstekingsbronnen zoals vonken, vlammen, elektrische bogen, hoge oppervlaktetemperaturen, akoestische energie, optische straling, elektromagnetische golven en andere ontstekingsbronnen
  • Statische elektriciteit - elektrostatische ladingen die tot gevaarlijke ontladingen kunnen leiden
  • zwerfstromen en lekstromen - in geleidende delen van apparatuur, die bijvoorbeeld kunnen leiden tot gevaarlijke corrosie, oververhitting van oppervlakken of vonken die een ontsteking kunnen uitlokken
  • Oververhitting - veroorzaakt door wrijving of botsingen tussen materialen en onderdelen die met elkaar in contact komen tijdens het draaien of door het binnendringen van vreemde voorwerpen
  • Drukcompensatie - apparatuur en prtectieve systemen moeten zijn ontworpen of uitgerust met geïntegreerde meet-, controle- en regelinrichtingen om te voorkomen dat drukcompensaties die daarvan het gevolg zijn, schokgolven of compressies veroorzaken die ontvlamming kunnen veroorzaken.
  • stroomuitval - wanneer apparaten en beveiligingssystemen bij stroomuitval extra risico's kunnen opleveren, moeten zij onafhankelijk van de rest van de installatie in een veilige bedrijfstoestand kunnen worden gehandhaafd
  • Aansluitingen - apparaten en beveiligingssystemen moeten zijn voorzien van geschikte kabel- en leidinginvoeren. Wanneer apparaten en beveiligingssystemen bedoeld zijn voor gebruik in combinatie met andere apparaten en beveiligingssystemen, moet de interface veilig zijn.

Apparaten en beveiligingssystemen moeten zodanig zijn ontworpen en geconstrueerd dat zij hun beoogde functie veilig kunnen vervullen, zelfs onder veranderende omgevingsomstandigheden en in aanwezigheid van externe spanningen, vochtigheid, trillingen, verontreiniging en andere externe effecten, rekening houdend met de grenzen van de bedrijfsomstandigheden. 

De gebruikte uitrustingsstukken moeten geschikt zijn voor de beoogde mechanische en thermische belasting en bestand zijn tegen aantasting door bestaande of te verwachten agressieve stoffen.